Maastricht, Limburg | New Insights Consulting
”
De hoofddoek heeft geen invloed op wat ik kan
Nouran Ahmed
Expert Arabische cultuur & taal
Nouran Serag Ahmed (Suez, Egypte, 29), docent Arabische talen Talencentrum UM, sinds september 2010 en consulent inburgering bij de Gemeente Maastricht, woont in Maastricht; gehuwd, twee dochters (3 en 5)
Vernoemd naar: “Een vriendin van mijn vader. Hij vond de naam Nouran heel bijzonder. Het was toentertijd geen typisch Egyptische naam.”
Op mijn nachtkastje ligt: “Verschillende spullen van de hele familie, maar vooral veel sieraden van mijn dochtertjes. Mijn boeken berg ik op in een speciale kast met een slot. Ik wil voorkomen dat mijn kinderen erin gaan tekenen; uit enthousiasme doen ze dat nogal graag.” In
Nederland sinds … “Vijf jaar. Mijn man, ook Egyptenaar, heb ik leren kennen in Suez. Hij woonde toen al in Nederland, ik ben hem nagereisd.”
Het moeilijkste aan de Nederlandse taal: “De grammatica is lastig, vooral de plaats van de werkwoorden in de zin. Ook vergeet ik vaak welk voorzetsel ik moet gebruiken.”
Hobby’s: “Ik ben zoveel bezig met mijn werk en mijn kinderen dat ik daar geen tijd voor heb. Ik geniet van het leven en de gezelligheid om mij heen.”
Ik lijk op: “Mijn vader. Hij is erg geduldig, vriendelijk en slim. Hij zit altijd verstopt achter kranten of boeken. Dan krijg je het gevoel dat hij niet hoort wat er wordt verteld, alsof hij niet aanwezig is, maar stiekem hoort hij alles.”
Ik wil een vakantiehuis in: “Dubai. Ik ben er nog nooit geweest, maar ik heb er wel veel over gehoord.”
Lippenstift of mascara? “Lippenstift. Zonder voel ik me een beetje bleek.”
De Arabische taal is: “Heel rijk, fantastisch. Ze wordt in meer dan dertig landen gesproken. Het Arabisch schrijf je van rechts naar links. Ik hoor mensen wel eens zeggen dat dit ‘verkeerd’ is, maar dat is hoe je het bent gewend natuurlijk. Misschien schrijven ze in het Westen juist wel ‘verkeerd’, haha.”
Bescheiden of impulsief? “Ik ben niet bescheiden, ook niet impulsief. Ik ben geduldig. Ik luister, denk na en reageer dan.”
Als ik nu in Egypte woonde, zou ik … “Mij aansluiten bij de bevolking. De Egyptenaren gaan een nieuwe toekomst opbouwen, dat is positief.”Mijn ouders zie ik … “Twee keer per jaar. Wij gaan één keer naar hen en zij komen één keer naar ons. Mijn moeder is mijn beste vriendin. Ze is nog jong, 50 jaar, helemaal blond en ze draagt geen hoofddoek. Soms lijkt ze wel mijn kleine zusje. Dan zegt ze: ‘Nouran, ik heb je advies nodig’.”
Ik draag een hoofddoek: “Al vijftien jaar. Ik geloof, en het dragen van een hoofddoek hoort daarbij. Mijn lichaam is alleen voor mijn man en dat van mijn man is alleen voor mij. Maar die hoofddoek heeft géén invloed op wat ik kan. Er is zoveel meer dan alleen de buitenkant van een vrouw en trouwens, ik vind het verschrikkelijk als men denkt dat vrouwen met een hoofddoek onderdrukt worden door de echtgenoot. Voor mij geldt dat helemaal niet. In Egypte mogen vrouwen zelf kiezen of ze een hoofddoek dragen en mijn moeder wil dat dus niet.”
Favoriete gerecht: “Barbecue. Ik vind het fijn dat je kunt kiezen uit een mix van eten, uit verschillende groenten en vlees. Bovendien houd ik van snel eten, haha. Ik houd niet van friet, veel te vet.”
Grootste geluk: “Ik ben getrouwd met een lieve man.”
Grootste verdriet: “De moeder van een goede vriendin is overleden aan kanker. Zij was als een tweede moeder voor mij.”
Mijn politieke partij: “Ik houd niet van politiek.”
Mijn vader is: “Ingenieur.”
Mijn moeder is: “Kledingontwerpster, ze heeft een eigen zaak.”
Favoriete televisieprogramma: “Toen ik zwanger was, keek ik graag naar zo’n bevallingsprogramma, dat vond ik bijzonder.”
Als ik geen docent was, dan … “Zou ik het beeld dat mensen van allochtonen hebben willen verbeteren. Hoe? Door middel van een toneelstuk of een comedyprogramma. We kunnen veel leren van de cultuur en media en het hoeft allemaal niet zo gecompliceerd. Liever luchtig dan serieus. Ik vind het zo jammer dat als één iemand iets fout doet, men naar de hele groep wijst. Alsof het dan om alle Arabische mensen gaat, of om alle moslims. Ik geloof dat iedereen gelijk is in de wereld, ongeacht geloof, achtergrond of huidskleur.”
Ik ben goed in: “Hard lachen. Ik heb gevoel voor humor.”
Bijzondere jeugdherinnering: “In Egypte word je niet zomaar toegelaten tot alle universiteiten. Je moet een goede score halen op de middelbare school, wil je een bepaalde studie mogen doen. Voor de opleiding taal en cultuur bijvoorbeeld moet je de beste zijn. Ik had hard gestudeerd, maar een paar dagen voor de uitslag van mijn eindscore sloeg de twijfel toe. Ik lichtte mijn vader alvast een beetje in: ‘Sorry, ik weet niet of ik het red, maar misschien heb ik wel genoeg voor een economiestudie.’ Een dag later: ‘Sorry, misschien haal ik geen universiteit, maar wel het HBO.’ En toen ik de uitslag kreeg, bleek dat ik het beste had gescoord van de hele klas. Ik ging taal en cultuur studeren. Mijn vader huilde van blijdschap.”